Hond en kat introduceren

Paulien 04/07/2018 - bijgewerkt: 13/02/2024

Honden en katten lijken soms natuurlijke vijanden en kunnen het bloed onder elkaars nagels vandaan halen. Ze begrijpen elkaars lichaamstaal niet goed en dat zorgt voor miscommunicatie, met 'jagen', ruzie en soms zelfs agressie tot gevolg. Toch kunnen goed gesocialiseerde honden en katten prima samenleven en zelfs goede vrienden worden. Wil jij naast je kat ook een hond in huis halen of andersom? Of ben je dierenoppas en wil je naast je eigen hond of kat ook andere dieren in huis kunnen opnemen? Zorg dan voor een goede en verantwoorde introductie tussen hond en kat.

1. De voorbereiding

Zorg dat de hond lekker moe is voordat je hem voorstelt aan de kat. Ga eerst met hem uit wandelen en laat hem volop achter balletjes aan rennen zodat hij zijn energie en jacht-behoefte kwijt is vóórdat hij de kat ontmoet.

Zorg ook dat de kat ontspannen is. Introduceer hond en kat indien mogelijk bij de kat thuis: katten krijgen vaak stress van een nieuwe omgeving en we willen dat beide dieren zoveel mogelijk op hun gemak zijn. Onthoud dat het huis het privédomein van de kat is. Laat het 'kattenhoekje' waar zijn kattenbak staat ook verboden terrein zijn voor honden, dit is een veilige plek voor de kat.

2. Eerst snuffelen

Een laagdrempelige manier om aan elkaar te wennen is door te starten met snuffelen. Introduceer de dieren nog niet aan elkaar, maar aai de dieren en laat ze via jouw handen dan ruiken aan elkaars geur. Dit is de eerste kennismaking.

Breng je het ene dier bij het andere dier in huis, zet de dieren dan eerst apart in een andere ruimte zodat ze elkaar nog niet kunnen zien, maar wel de ruimte kunnen verkennen. Gaat dat goed, wissel de dieren dan van ruimte zodat ze elkaars geur weer kunnen opsnuffelen. Gaat dit goed? Beloon de dieren met wat lekkers zodat ze de nieuwe geur associëren met iets positiefs.

3. De introductie

Zijn beide dieren rustig en nieuwsgierig? Dan kun je ze aan elkaar laten introduceren. Het veiligste is om de kat in een kennel of reismand te zetten op een hoge plaats. Zorg wel dat de kat vertrouwd is met deze reismand en hij zich er dus goed in voelt. Houd de hond aan de lijn en laat ze van een afstandje elkaar bekijken. Gaat dit goed? Geef ze beide een beloningssnack. Dan kun je naar de volgende stap:

Houd de hond aan een slappe lijn en laat de kat juist vrij om te gaan waar hij wil. Zorg voor uitvalswegen voor de kat en hoge 'vluchtplaatsen' waar de kat zijn omgeving veilig kan overzien. Forceer de dieren niet om elkaar te begroeten, laat hen zelf het tempo bepalen. Praat vriendelijk over de hond en de kat. Zo horen de dieren in jouw stem dat het wel goed zit. Zijn de dieren kalm en vriendelijk? Beloon ze dan door uitbundig te prijzen en geef ze iets lekkers.

4. Let op lichaamstaal

Let goed op de lichaamstaal van beide dieren, ze geven je een aanwijzing als er irritatie of agressie opborrelt.

Heeft de kat zijn oren plat naar achteren en zwiept hij zijn staart heen en weer, dan is de kat geïrriteerd. Houdt de hond zich stijf, houdt hij zijn oren omhoog en fixeert hij zijn blik op de kat? Dan staat hij in de actie-stand, klaar om te 'jagen'. Likt hij zijn lippen of gaapt hij, dan is hij gestresst en voelt hij ongemak.

Zodra de dieren deze tekenen van irritatie vertonen, leidt ze dan af met wat lekkers en breng de dieren naar een andere ruimte. Probeer de introductie op een later moment nog eens.

Let ook op je eigen lichaamstaal: ben je zelf kalm en ontspannen of ben je bang dat er iets gaat gebeuren? Probeer de spanning te minimaliseren, ook bij jezelf.

5. Geduld en toezicht

Begin de introductie met een paar minuten en herhaal dit iedere dag. Gaat het na een paar dagen goed? Dan kun je beide dieren loslaten en ze zelf verder kennis laten maken. Sommige honden en katten worden nooit vriendjes, anderen doen er nu eenmaal lang over (weken, soms maanden) om elkaar te verdragen. Gun ze die tijd en laat ondertussen de dieren enkel onder toezicht bij elkaar. Laat ze elke dag een paar minuten bij elkaar, en zet ze dan weer apart. Gaat het na een paar weken niet steeds een beetje beter en blijft de verhouding agressief of afwijzend naar elkaar? Verbreek dan het contact, gun de dieren rust of schakel dan eventueel een gedragstherapeut in

6. Kittens en puppy's

Het voordeel van kittens en puppy's aan elkaar introduceren, is dat jonge dieren nog geen slechte ervaring hebben met het andere soort. Vooral kittens zijn vaak nieuwsgierig en (nog) niet bang van honden. Veel volwassen honden zijn van nature vriendelijk naar jonge dieren. Het gevaar van het introduceren van jonge dieren aan elkaar is wel dat ze nogal wat onbezonnen kunnen zijn. Kittens hebben het vaak niet in de gaten als een hond achter hen aan wil jagen en negeren alle waarschuwingssignalen. Puppy's willen vaak wild spelen en kunnen dan onverwachts een knauw krijgen van een kat die liever wil slapen. Zorg dus voor extra scherpe toezicht bij de introductie tussen kittens en puppy's.

7. Blijf alert

Ook na een succesvolle introductie is het belangrijk om alert te blijven. Zelf als hond en kat bevriend zijn met elkaar kunnen dieren altijd onverwacht gedrag vertonen. Bijvoorbeeld als één van de twee dieren ziek is of pijn heeft kan het andere dier onbedoeld de ander irriteren. En als jouw hond en kat met elkaar overweg kunnen, betekent dat niet dat ze met álle honden en katten overweg kunnen. Neem je hond vanaf nu dus nooit zomaar mee naar een huishouden met katten en andersom.

Leer jezelf zoveel mogelijk van de honden- en kattenlichaamstaal te begrijpen. Het is de beste manier om je dieren te leren kennen en om hen te helpen zo gelukkig en gezond mogelijk te kunnen (samen)leven.

Dierenoppas

Ben je hondenoppas of kattenoppas en wil je graag een hond of kat bij jouw huisdier introduceren? Doe dit alléén bij een gastdier dat gewend is aan andere honden of katten, en communiceer met het baasje op voorhand dat je het dier aan jouw hond of kat wil introduceren. De basisregels op een rijtje: