Nikki

Van kinds af aan ben ik opgegroeid met dieren. Het begon ooit met drie kippen, Kwik, Kwek en Kwak, in de tuin bij mijn ouders. Vervolgens was op slag verliefd op een dwergkonijntje, Klein Konijn. Hij ging overal mee naartoe. Zijn tanden bleven doorgroeien en deze moesten elke maand ongeveer 'geknipt' worden. Na een aantal keer bij de dierenarts heeft hij het me geleerd, zodat ik dit voortaan zelf kon. Na het konijn kregen we twee HTK-katten, Rocky en Pino. Een aantal jaar later kregen we eindelijk een hond, Scout. Een flatcoated retriever. Zij ging overal mee naartoe. Hiermee ben ik een puppycursus en verschillende trainingen gaan doen. Toen ik op mezelf ging wonen was er een tijdje geen ruimte voor een huisdier, maar inmiddels alweer zevenenhalf jaar geleden was het zover. Mijn eerste, écht eigen kat. Guus, een ragdoll. Mijn grootste vriend. Hij vind het zelfs leuk om aan een tuigje mee op pad te gaan. Toen ik na een paar jaar meer op kantoor moest gaan werken hebben we een tweede kat erbij genomen zodat hij niet alleen was, Moos. Een Britse korthaar/ragdoll-mix. Goede vriendjes met Guus. Twee jaar geleden tijdens de eerste corona golf hebben we uiteindelijk nog een een laatste ragdoll erbij genomen, James. De meest kroelerige kat die je je kunt voorstellen. James bleek alleen een beetje een breke beentje te zijn. We moeten regelmatig met hem naar de dierenarts. Hierdoor zijn we dus heel veel gewend. Voor een aantal vrienden knippen wij ook regelmatig de nagels van hun honden en katten, omdat ze dat zelf niet durven. En ook tijdens vakanties verzorgen we vaak hun dieren of in enkele gevallen nemen we ze zelfs bij ons in huis.